voltijdsbaan

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • vol·tijds·baan
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord voltijdsbaan voltijdsbanen
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

de voltijdsbaanv / m

  1. een aanstelling die al iemands aandacht vraagt; een baan die een volle werkweek in beslag neemt
     Duitsland en Frankrijk zijn het erover eens dat de functie van eurogroepvoorzitter een voltijdsbaan moet worden, maar minister Dijsselbloem voelt niets voor zo'n permanent voorzitterschap. Is de wijziging eigenlijk kritiek op Dijsselbloem of is er iets anders aan de hand?[1]
     Maandenlang wachten op een nieuwe scootmobiel nadat je bent verhuisd en de oude moest inleveren, een voltijdsbaan aangeboden krijgen als je maar 15 uur mag werken, hulp van jeugdzorg mislopen door onduidelijke formulieren van verschillende instanties. Voor voorbeelden van Nederlanders die zijn gestrand in een kafkaëske bureaucratische nachtmerrie hoef je niet lang te zoeken.[2]

Gangbaarheid


Verwijzingen

  1. Bronlink geraadpleegd op 19 oktober 2022 Weblink bron “Om Dijsselbloem of de Frans-Duitse as?” (Vrijdag 31 mei 2013, 13:41), NOS
  2. Bronlink geraadpleegd op 19 oktober 2022 Weblink bron
    Ivo Landman
    “Kafkaëske regelnachtmerrie: twee jaar vechten voor pgb en huis” (Donderdag 2 maart 2017, 13:43), NOS