volkscafé

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • volks·ca·fé
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord volkscafé volkscafés
verkleinwoord - -

Zelfstandig naamwoord

het volkscaféo

  1. op mensen met weinig geld en opleiding gerichte zaak waar men tegen betaling alcoholische drank kan gebruiken
    • Voorheen zat er aan de Frans Halsstraat een volkscafé met tapijtjes op de tafel, een biljart en stamgasten die om elf uur al aan het bier zaten. [1]

Gangbaarheid

97 % van de Nederlanders;
99 % van de Vlamingen.[2]

Verwijzingen