volhielden
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: volhielden (hulp, bestand)
Woordafbreking
- vol·hiel·den
Werkwoord
vervoeging van |
---|
volhouden |
volhielden
- (in een bijzin) meervoud verleden tijd van volhouden
- ...dat wij volhielden.
- ...dat jullie volhielden.
- ...dat zij volhielden.
- ...dat wij volhielden.