volglijst

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • volg·lijst
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord volglijst volglijsten
verkleinwoord volglijstje volglijstjes

Zelfstandig naamwoord

volglijst v/m [1]

  1. verzameling van zaken of personen die in de gaten worden gehouden
    • De vader van de verdachte, de in Koeweit geboren Mohammod Youssuf Abdulazeez, werd jaren geleden al wel onderzocht vanwege “mogelijke banden met een buitenlandse terreurorganisatie” en kwam terecht op een volglijst, schrijft The New York Times. Dat onderzoek is al wel jaren oud, en de man werd ook van de lijst gehaald. [2] 
    • Vorig jaar kwam Herrema in opspraak nadat GeenStijl naar buiten bracht dat de wethouder een aantal sekssites volgde op Twitter. Volgens de wethouder volgde hij deze accounts echter niet en wist hij ook niet hoe die accounts is zijn volglijst terecht waren gekomen. [3] 
    • Een voormalige minister van Zuid-Arika is in New York vastgezet omdat zijn naam op een volglijst van terreurverdachten staat. Tokyo Sexwale was mogelijk lid van een oppositiebeweging tijdens de apartheid in de jaren 70 en 80. Die bewegingen werden door de Zuid-Afrikaanse regering en de VS bestempeld als terreurorganisaties. [4] 

Gangbaarheid

91 % van de Nederlanders;
95 % van de Vlamingen.[5]

Verwijzingen