volger
Naar navigatie springen
Naar zoeken springen
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- vol·ger
Woordherkomst en -opbouw
- Naamwoord van handeling van volgen met het achtervoegsel -er
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | volger | volgers |
verkleinwoord | volgertje | volgertjes |
Zelfstandig naamwoord
- een persoon die iets op iemand achterna loopt
- Hij was een volger van alle nieuws over games.
- iemand die meldingen op de sociale media van een bepaalde bron leest en bekijkt
Hyponiemen
Afgeleide begrippen
Gangbaarheid
- Het woord volger staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd "volger" herkend door:
99 % | van de Nederlanders; |
98 % | van de Vlamingen.[3] |
Verwijzingen
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑ Tubantia Ron Hemmink 23-04-19 Agent in Almelo ‘slachtoffer’ van YouTube-sensatie
- ↑
Weblink bron Gearchiveerde versie “Word Prevalence Values” op ugent.be