vogelsoort

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • vo·gel·soort
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord vogelsoort vogelsoorten
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

de vogelsoortv / m

  1. organisme dat hoort bij de klasse van de volgels aves op Wikispecies
     Sinds 5 oktober is voor heel het land weer een ophok- en afschermplicht van kracht voor houders van pluimvee en andere vogelsoorten. De maatregel werd afgekondigd vanwege een toename van het aantal besmettingen in september en uit angst voor meer besmettingen bij voornamelijk wilde vogels. De plicht om vogels binnen te laten geldt niet alleen voor bedrijven, maar ook voor hobbyhouders.[2]

Gangbaarheid

Meer informatie

Verwijzingen

  1. Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
  2. Bronlink geraadpleegd op 19 oktober 2022 Weblink bron
    NOS Nieuws
    “Grootste uitbraak vogelgriep tot nu toe: 300.000 vogels gedood in Heythuysen” (20 oktober 2022), NOS