vogelgriepvirus
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- vo·gel·griep·vi·rus
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van vogelgriep zn en virus zn
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | vogelgriepvirus | vogelgriepvirussen |
verkleinwoord |
Zelfstandig naamwoord
het vogelgriepvirus o
- (virussen) virus dat vogelgriep veroorzaakt een variant van het influenza A-virus
- ▸ De branche pleitte afgelopen week bij minister Schouten voor een ophokplicht, maar de minister vindt dat nu nog niet nodig. Maandag wordt de situatie opnieuw bekeken. Schouten maakt zich wel zorgen over de manier waarop het vogelgriepvirus zich in Europa verspreidt.[1]
- ▸ Nu het warmer en droger is, zijn de omstandigheden voor het vogelgriepvirus om te overleven in de omgeving ook ongunstiger, schrijft Schouten. De ophokplicht eindigt daarom om 00.00 uur vanavond.[2]
Gangbaarheid
- Het woord vogelgriepvirus staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
Meer informatie
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
Verwijzingen
- ↑ Weblink bron “Nu ook vogelgriep in Tsjechië, vermoedelijk door watervogel” (18-01-2020), NOS
- ↑ Weblink bron “Ophokplicht voor pluimvee weer ingetrokken” (28-04-2020), NOS