voetbad

Uit WikiWoordenboek
1. bak waarin het onderste deel van de benen kan worden gewassen
2. onderdompeling van het onderste deel van de benen in water

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • voet·bad
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord voetbad voetbaden
verkleinwoord voetbadje voetbadjes

Zelfstandig naamwoord

het voetbado

  1. bak waarin het onderste deel van de benen kan worden gewassen
  2. onderdompeling van het onderste deel van de benen in water
  3. (figuurlijk) gemorste koffie of thee op het schoteltje onder een kopje
Synoniemen

Gangbaarheid

98 % van de Nederlanders;
100 % van de Vlamingen.[2]

Meer informatie

Verwijzingen