voelhoren

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Verscheidenheid in voelhorens
Uitspraak
Woordafbreking
  • voel·ho·ren
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord voelhoren voelhorens
verkleinwoord voelhorentje voelhorentjes

Zelfstandig naamwoord

de voelhorenm

  1. (zoötomie) een langgerekt, gewoonlijk geleed, uitwendig orgaan op de kop van een insect dat zintuigen voor de tastzin of soms ook voor gehoor of smaak bevat
Synoniemen
Vertalingen

Gangbaarheid

38 % van de Nederlanders;
50 % van de Vlamingen.[1]

Meer informatie

Verwijzingen

  1. Bronlink geraadpleegd op 28 april 2020 Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be