voegel

Uit WikiWoordenboek

Nedersaksisch

enkelvoud meervoud
naamwoord voegel voegels / veugel
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

voegel

  1. (dierkunde) vogel; een gewerveld dier Aves op Wikispecies met twee vleugels, twee poten, een snavel en een met veren bedekt lichaam dat zich voortplant door het leggen van eieren en dat afstamt van de dinosauriërs
Schrijfwijzen

Meer informatie


Sallands

Zelfstandig naamwoord

voegel

  1. (dierkunde) vogel; een gewerveld dier Aves op Wikispecies met twee vleugels, twee poten, een snavel en een met veren bedekt lichaam dat zich voortplant door het leggen van eieren en dat afstamt van de dinosauriërs
Schrijfwijzen


Stellingwerfs

enkelvoud meervoud
naamwoord voegel voegels
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

voegel

  1. (dierkunde) vogel; een gewerveld dier Aves op Wikispecies met twee vleugels, twee poten, een snavel en een met veren bedekt lichaam dat zich voortplant door het leggen van eieren en dat afstamt van de dinosauriërs

Meer informatie


Twents

Zelfstandig naamwoord

voegel

  1. (dierkunde) vogel; een gewerveld dier Aves op Wikispecies met twee vleugels, twee poten, een snavel en een met veren bedekt lichaam dat zich voortplant door het leggen van eieren en dat afstamt van de dinosauriërs
Schrijfwijzen


Urkers

Zelfstandig naamwoord

voegel

  1. (dierkunde) vogel; een gewerveld dier Aves op Wikispecies met twee vleugels, twee poten, een snavel en een met veren bedekt lichaam dat zich voortplant door het leggen van eieren en dat afstamt van de dinosauriërs


Veluws

Zelfstandig naamwoord

voegel

  1. (dierkunde) vogel; een gewerveld dier Aves op Wikispecies met twee vleugels, twee poten, een snavel en een met veren bedekt lichaam dat zich voortplant door het leggen van eieren en dat afstamt van de dinosauriërs
Schrijfwijzen