vochten af
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: vochten af (hulp, bestand)
Woordafbreking
- voch·ten af
Woordherkomst en -opbouw
Werkwoord
vervoeging van |
---|
afvechten |
vochten (...) af
- meervoud verleden tijd van afvechten
- Wij vochten af.
- Jullie vochten af.
- Zij vochten af.
- Wij vochten af.
Gangbaarheid
- Het woord 'vochten af' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.