vmbo

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • vmbo
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord vmbo vmbo's
verkleinwoord - -

Zelfstandig naamwoord

het vmboo

  1. (onderwijs) (Nederland) vorm van voortgezet onderwijs die leerlingen voorbereid op het beroepsonderwijs of een opleiding in de praktijk en die in de plaats is gekomen van mavo, vbo en vso
Afgeleide begrippen
Verwante begrippen

Gangbaarheid

97 % van de Nederlanders;
21 % van de Vlamingen.[1]

Meer informatie

Verwijzingen

  1. Bronlink geraadpleegd op 28 april 2020 Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be