vluchtplan

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

[3] vluchtplan
Uitspraak
Woordafbreking
  • vlucht·plan
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord vluchtplan vluchtplannen
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

het vluchtplano

  1. (luchtvaart) schematische planning van een vlucht met een vliegtuig of ruimtevaartuig
    • De politie in de Colombiaanse stad Cali heeft gezegd op het vliegveld van die stad een partij van anderhalve ton cocaïne te hebben onderschept. De cocaïne, die van zeer hoogwaardige kwaliteit zou zijn, bevond zich aan boord van een tweemotorig vliegtuigje dat in Cali aankwam zonder vluchtplan. De bemanning wist te ontvluchten. De politie arresteerde een vluchtleider die het vliegtuigje toestemming had gegeven te landen en een advocaat. De Colombiaanse politie heeft in 1994 25 ton cocaïne onderschept, drie procent van de geschatte totale Colombiaanse cocaïne-export (700 ton). [1] 
  2. een planning van een ontsnapping uit een gevangenis
    • Eén van hen, Klaas Faber, had zijn broer, de banketbakker Martinus ingeschakeld en gevraagd om twee auto's. Deze had De Jong benaderd met de mededeling dat er een vluchtplan broeide onder de koepel. Die mededeling was voor De Jong blijkbaar voldoende aanleiding om met twee huurauto's naar Breda af te reizen. Geldschieter bleek een zekere Hartman, voorzitter van de Stichting Politieke Delinquenten, een van de vele camouflage-organisaties die erop gericht zijn om het neo-nazisme in Nederland te bevorderen, zoals De Jong het omschreef. De drie medeplichtigen werden tot vijf maanden gevangenisstraf veroordeeld, maar het werd nooit duidelijk wie de regie van de ontsnapping had. [2] 
  3. een plan om een gebouw te ontruimen bij een calamiteit
    • En sommige zaken kunnen scholen makkelijk zelf regelen zonder dat het veel geld kost.” Ze noemt het vluchtplan, de EHBO-diploma's voor overblijfmoeders, het afsluiten van de meterkast en het schoonmaakhok.[3] 

Gangbaarheid

99 % van de Nederlanders;
100 % van de Vlamingen.[4]

Meer informatie


Verwijzingen

  1. NRC 21 april 1995
  2. NRC Hans Olink 7 februari 2004
  3. NRC Michaja Langelaan 29 augustus 1998
  4. Bronlink geraadpleegd op 28 april 2020 Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be