vlooiden uit

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • vlooi·den uit
Woordherkomst en -opbouw

Werkwoord

vervoeging van
uitvlooien

vlooiden (...) uit

  1. meervoud verleden tijd van uitvlooien
    • Wij vlooiden uit. 
    • Jullie vlooiden uit. 
    • Zij vlooiden uit. 

Gangbaarheid