vloog binnen

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • vloog bin·nen
Woordherkomst en -opbouw

Werkwoord

vervoeging van
binnenvliegen

vloog (...) binnen

  1. enkelvoud verleden tijd van binnenvliegen
    • Ik vloog binnen. 
    • Jij vloog binnen. 
    • Hij, zij, het vloog binnen.