vloeibaar

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • vloei·baar
Woordherkomst en -opbouw
stellend vergrotend overtreffend
onverbogen vloeibaar vloeibaarder vloeibaarst
verbogen vloeibare vloeibaardere vloeibaarste
partitief vloeibaars vloeibaarders -

Bijvoeglijk naamwoord

vloeibaar

  1. (thermodynamica) in staat te vloeien, gezegd van de aggregatietoestand van stoffen die niet vast en niet gasvormig zijn
    • Water is bij kamertemperatuur vloeibaar. 
Afgeleide begrippen
Verwante begrippen
Vertalingen

Gangbaarheid

100 % van de Nederlanders;
99 % van de Vlamingen.[1]

Meer informatie

Verwijzingen

  1. Bronlink geraadpleegd op 28 april 2020 Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be