vloeddeur

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • vloed·deur
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord vloeddeur vloeddeuren
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

de vloeddeurv / m

  1. (waterbeheer) sluisdeur die bij vloed het binnenstromen van water verhinderd, komt meestal voor als puntdeur in combinatie met een ebdeur
Antoniemen
Verwante begrippen
Vertalingen

Gangbaarheid

Verwijzingen