vliegtuigbouw
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- vlieg·tuig·bouw
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van vliegtuig en bouw
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | vliegtuigbouw | - |
verkleinwoord | - | - |
Zelfstandig naamwoord
- het bouwen van vliegtuigen, ruimtevaartuigen etc.
Afgeleide begrippen
Meer informatie
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
Gangbaarheid
- Het woord vliegtuigbouw staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.