vliegreis
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- vlieg·reis
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van vlieg en reis
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | vliegreis | vliegreizen |
verkleinwoord | vliegreisje | vliegreisjes |
Zelfstandig naamwoord
- een reis die je maakt met een vliegtuig
- Vroeger was een vliegreis alleen voor de rijken, die dan ook de jetset werden genoemd.
- Soms is een vliegreis nog goedkoper dan een treinreis.
Gangbaarheid
- Het woord vliegreis staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "vliegreis" herkend door:
99 % | van de Nederlanders; |
97 % | van de Vlamingen.[1] |
Verwijzingen
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be