Naar inhoud springen

vlekkeloos

Uit WikiWoordenboek
  • vlek·ke·loos
  • afgeleid van vlek met het invoegsel -e- met het achtervoegsel -loos
stellendvergrotendovertreffend
onverbogen vlekkeloosvlekkelozervlekkeloost
verbogen vlekkelozevlekkelozerevlekkelooste
partitief vlekkeloosvlekkelozers-

vlekkeloos

  1. zonder vlekken, zonder fouten
    • Er kwam een grote rode wijnvlek op het vlekkeloze witte jurkje. 
    • Ik heb mijn geld altijd makkelijk verdiend. Als ik met behulp van de gemeente uit de criminaliteit wil stappen, moet het vlekkeloos gaan [1] 
98 %van de Nederlanders;
98 %van de Vlamingen.[2]