vleesvork
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- vlees·vork
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van vlees en vork
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | vleesvork | vleesvorken |
verkleinwoord | vleesvorkje | vleesvorkjes |
Zelfstandig naamwoord
- (huishouden) grote vork met twee tanden, gebruikt bij het voorsnijden of opdienen van vlees
Meer informatie
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
Gangbaarheid
- Het woord vleesvork staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.