vlechttuin
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: vlechttuin (hulp, bestand)
- IPA: / ˈvlɛxtœyn / (2 lettergrepen)
Woordafbreking
- vlecht·tuin
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | vlechttuin | vlechttuinen |
verkleinwoord | vlechttuintje | vlechttuintjes |
Zelfstandig naamwoord
de vlechttuin m
- (waterbeheer) opstaande rij palen op een zinkstuk met daardoorheen gevlochten rijshout, ter voorkoming van het afrollen van ballaststeen
- ▸ Het bovenvlak werd afgedekt met krammat of rijsbeslag met vlechttuinen.[1]
Verwante begrippen
Vertalingen
1. opstaande rij palen op een zinkstuk met daardoorheen gevlochten rijshout
Gangbaarheid
- Het woord 'vlechttuin' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.
Verwijzingen
- ↑ 1,0 1,1 Weblink bron L.G. van Breen“Hollands'Rijshout” (1920), Oosterbaan en Le Cointre, Goes, p. 198
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
Categorieën:
- Woorden in het Nederlands
- Woorden in het Nederlands van lengte 10
- Woorden in het Nederlands met audioweergave
- Woorden met 2 lettergrepen in het Nederlands
- Woorden in het Nederlands met IPA-weergave
- Samenstelling in het Nederlands
- Zelfstandig naamwoord in het Nederlands
- Waterbeheer in het Nederlands
- Niet in Woordenlijst Nederlandse Taal