vlambaar
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- vlam·baar
Woordherkomst en -opbouw
- Naamwoord van handeling van vlammen met het achtervoegsel -baar
stellend | vergrotend | overtreffend | |
---|---|---|---|
onverbogen | vlambaar | vlambaarder | vlambaarst |
verbogen | vlambare | vlambaardere | vlambaarste |
partitief | vlambaars | vlambaarders | - |
Bijvoeglijk naamwoord
vlambaar
- de eigenschap hebbend dat het kan branden met vlammen
- Het lijkt erop dat zelfs Nutella vlambaar is.
Synoniemen
Gangbaarheid
- Het woord vlambaar staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.