vlakte

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • vlak·te
Woordherkomst en -opbouw
  • In de betekenis van ‘vlak terrein’ voor het eerst aangetroffen in 1637 [1]
  • Afgeleid van vlak met het achtervoegsel -te.
enkelvoud meervoud
naamwoord vlakte vlakten
vlaktes
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

de vlaktev

  1. (geologie) gebied met weinig of geen hoogteverschillen
    • Bij Denver eindigt de vlakte en begint het Rotsgebergte. 
     Verderop is een ruime zwier omhoog naar rechts, dit is wat renners een moordenaar noemen. Maar het lijkt er ook op dat zich daar de bevrijding aandient. Een strakblauwe hemel domineert in het blikveld, het is alsof de sparren respectvol uit zicht blijven. De weldaad van een kale vlakte volgt.[2]
     Vandaag zou ik de woestijn intrekken, een dorre vlakte die mij totaal vreemd was.[3]
Hyponiemen
Afgeleide begrippen
Uitdrukkingen en gezegden
  • Zich op de vlakte houden
Een mening niet uiten, zich onpartijdig voordoen
  • Tegen de vlakte gaan
(om gebouwen): instorten, neergaan
(om mensen): flauwvallen
  • Iemand tegen de vlakte slaan
Iemand neerslaan
Vertalingen

Werkwoord

vervoeging van
vlakken

vlakte

  1. enkelvoud verleden tijd van vlakken
    • Ik vlakte. 
    • Jij vlakte. 
    • Hij, zij, het vlakte. 

Gangbaarheid

100 % van de Nederlanders;
100 % van de Vlamingen.[4]

Meer informatie

Verwijzingen

  1. "vlakte" in:
    Sijs, Nicoline van der
    , Chronologisch woordenboek. De ouderdom en herkomst van onze woorden en betekenissen, 2e druk, Amsterdam / Antwerpen: Veen, 2002; op website dbnl.org
    ; ISBN 90 204 2045 3
  2. Bronlink Weblink bron
    Rob Gollin
    “De helling van de mooie meisjes knijpt de renner de keel dicht” (10 juli 2019), de Volkskrant
  3. Tim Voors
    “Alleen, De Pacific Crest Trail te voet van Mexico naar Canada”, eBook: Mat-Zet bv, Soest (2018), Fontaine Uitgevers op Wikipedia
  4. Bronlink geraadpleegd op 28 april 2020 Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be