vlakspoeler
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: vlakspoeler (hulp, bestand)
Woordafbreking
- vlak·spoe·ler
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van vlak bn en spoeler zn
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | vlakspoeler | vlakspoelers |
verkleinwoord | vlakspoelertje | vlakspoelertjes |
Zelfstandig naamwoord
de vlakspoeler m
- WC-pot met vlak gedeelte
Verwante begrippen
Gangbaarheid
- Het woord 'vlakspoeler' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.