vlakker
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- vlak·ker
Niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie als zelfstandig naamwoord
Woordherkomst en -opbouw
- Naamwoord van handeling van vlakken met het achtervoegsel -er
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | vlakker | - |
verkleinwoord | - | - |
Zelfstandig naamwoord
- iemand die iets vlak maakt
Bijvoeglijk naamwoord
vlakker
- onverbogen vorm van de vergrotende trap van vlak
- ▸ Het hielp enorm dat de trail in Oregon opvallend veel vlakker was dan in Californië.[3]
Gangbaarheid
- Het woord vlakker staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "vlakker" herkend door:
93 % | van de Nederlanders; |
91 % | van de Vlamingen.[4] |
Verwijzingen
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑ Tim Voors“Alleen, De Pacific Crest Trail te voet van Mexico naar Canada”, eBook: Mat-Zet bv, Soest (2018), Fontaine Uitgevers
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be
Categorieën:
- Woorden in het Nederlands
- Woorden in het Nederlands van lengte 7
- Woorden in het Nederlands met audioweergave
- Niet met deze vorm in Woordenlijst Nederlandse Taal
- Achtervoegsel -er in het Nederlands
- Zelfstandig naamwoord in het Nederlands
- Bijvoeglijknaamwoordsvorm in het Nederlands
- Woordenlijst Nederlandse Taal
- Prevalentie Nederland 93 %
- Prevalentie Vlaanderen 91 %