vitamineloos
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- vi·ta·mi·ne·loos
Woordherkomst en -opbouw
stellend | vergrotend | overtreffend | |
---|---|---|---|
onverbogen | vitamineloos | vitaminelozer | vitamineloost |
verbogen | vitamineloze | vitaminelozere | vitaminelooste |
partitief | vitamineloos | vitaminelozers | - |
Bijvoeglijk naamwoord
vitamineloos
- zonder vitamines
- Toen moeder een weekendje met haar vriendinnen uitging aten vader en de kinderen een heerlijke vitamineloze maaltijd.
Gangbaarheid
- Het woord 'vitamineloos' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.