vistrip

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • vis·trip
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord vistrip vistrippen
verkleinwoord vistripje vistripjes

Zelfstandig naamwoord

de vistripm

  1. reis waarbij vissen de belangrijkste activiteit is
     De film Chevalier van de Griekse regisseur Athina Rachel Tsangari, over zes mannen op een vistrip op een luxe jacht, won zaterdag een award voor beste film.[1]
     Visser Ulrik Jeppesen noemt het incident tegenover Reuters 'een beetje een tragedie'. ,,Maar ik ga waarschijnlijk wel een tripje of twee maken", vervolgt hij. Met 80.000 forellen die niet weten wat hen overkomt, kan Jeppesen zich opmaken voor de vistrip van zijn leven.[2]

Gangbaarheid

72 % van de Nederlanders;
69 % van de Vlamingen.[3]


Verwijzingen

  1. Bronlink Weblink bron “Cate Blanchett neemt filmprijs in ontvangst” (18-10-2015), Tubantia
  2. Bronlink Weblink bron “Deense vissers opgeroepen voor grote jacht op ontsnapte forellen” (10-01-2017), Tubantia
  3. Bronlink geraadpleegd op 28 april 2020 Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be