vist zwart

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • vist zwart
Woordherkomst en -opbouw

Werkwoord

vervoeging van
zwartvissen

vist (…) zwart

  1. tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van zwartvissen
    • Jij vist zwart. 
  2. derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van zwartvissen
    • Hij vist zwart. 
  3. (verouderd) gebiedende wijs meervoud van zwartvissen
    • Vist zwart! 

Gangbaarheid