viskaar
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- vis·kaar
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | viskaar | viskaren |
verkleinwoord |
Zelfstandig naamwoord
- een kast aan boord van een vissersschip om gevangen schaaldieren of vis levend te bewaren
Synoniemen
Vertalingen
1. een kast aan boord van een vissersschip om gevangen schaaldieren of vis levend te bewaren
Gangbaarheid
- Het woord viskaar staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "viskaar" herkend door:
23 % | van de Nederlanders; |
21 % | van de Vlamingen.[2] |
Meer informatie
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
Verwijzingen
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be