vishal
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- vis·hal
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | vishal | vishallen |
verkleinwoord |
Zelfstandig naamwoord
de vishal v
- grote overdekte ruimte waar vis wordt verhandeld
- De renovatie van de Oude Vismijn in Gent, nu nog een leegstaande stadskanker in het historische centrum, begint volgende week. De groep Vic heeft daarvoor een bouwvergunning gekregen van het schepencollege. Eind 2008 moet alles af zijn. In de oude vishal komt een polyvalente zaal, in de kleine hal een visrestaurant. De renovatie kost acht miljoen euro. [2]
- Ondanks het voorbije rampjaar blijft de visveiling investeren in de toekomst. ‘Er wordt één miljoen euro geïnvesteerd in een nieuw koelsysteem, om de vishal op een constante temperatuur van 4 graden te houden. Op de kade komen er nieuwe water- en elektriciteitsvoorzieningen. Daarnaast moet een nieuw computerprogramma toelaten om verschillende vissoorten in blok te verkopen, zoals dat gebeurt in groenteveilingen. [3]
Synoniemen
Vertalingen
1.
Gangbaarheid
- Het woord 'vishal' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "vishal" herkend door:
96 % | van de Nederlanders; |
90 % | van de Vlamingen.[4] |
Meer informatie
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
Verwijzingen
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑ De Standaard 06 OKTOBER 2006 KORT - CULTUUR EN MEDIA
- ↑ De Standaard 18 FEBRUARI 2010 (nmi) Visveiling investeert na moeilijk jaar
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be