visgat
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- vis·gat
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | visgat | visgaten |
verkleinwoord |
Zelfstandig naamwoord
het visgat o
- vijver waar men kan vissen
Synoniemen
Gangbaarheid
- Het woord visgat staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "visgat" herkend door:
74 % | van de Nederlanders; |
78 % | van de Vlamingen.[2] |
Verwijzingen
- ↑ visgat op website: Etymologiebank.nl
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be