visdief
Uiterlijk

- vis·dief
- samenstelling van vis en dief [1]
| enkelvoud | meervoud | |
|---|---|---|
| naamwoord | visdief | visdieven |
| verkleinwoord | visdiefje | visdiefjes |
de visdief m
- (steltloperachtigen) Sterna hirundo
een slanke vogel met een zwarte kopkap en een diep gevorkte staart, uit de familie van de sterns
- Het woord visdief staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "visdief" herkend door:
| 83 % | van de Nederlanders; |
| 82 % | van de Vlamingen.[2] |
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
- ↑ visdief op website: Etymologiebank.nl
- ↑
Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be
Categorieën:
- Woorden in het Nederlands
- Woorden in het Nederlands van lengte 7
- Woorden in het Nederlands met audioweergave
- Samenstelling in het Nederlands
- Zelfstandig naamwoord in het Nederlands
- Steltloperachtigen in het Nederlands
- Vogels in het Nederlands
- Woordenlijst Nederlandse Taal
- Prevalentie Nederland 83 %
- Prevalentie Vlaanderen 82 %