visagiste

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

zaak waar visagisten werken
Uitspraak
Woordafbreking
  • vi·sa·gis·te
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord visagiste visagistes
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

de visagistev

  1. (beroep) vrouw die adviseert over make-up en vaak ook de make-up aanbrengt bij optredens, tv-programma's en filmopnames
    • De Twilight-ster benadrukte dat niet alleen actrices ten prooi vallen aan mannen als Weinstein, maar ook vrouwen achter de schermen, zoals visagistes en camera-assistentes.„Ik weet niet hoe vaak ik dat soort vrouwen gered heb van een hijgerige cameraregisseur”, zei ze volgens The Hollywood Reporter in een toespraak. „En als ik zeg ’gered’, dan bedoel ik ook echt: ’wegwezen, eikel’ Die mannen zijn dan even in verlegenheid gebracht, maar gaan de volgende dag weer vrolijk verder.”[1] 
    • In een tv-item op de Marokkaanse tv legt een visagiste uit hoe je sporen van huiselijk geweld wegpoetst. Het leidde tot grote ophef onder Marokkaanse vrouwen.[2] 
Synoniemen
Verwante begrippen
Vertalingen

Gangbaarheid

98 % van de Nederlanders;
94 % van de Vlamingen.[3]

Meer informatie

Verwijzingen

  1. de Telegraaf 18 okt. 2017
  2. NRC Guus Ritzen 28 november 2016
  3. Bronlink geraadpleegd op 28 april 2020 Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be