virusklacht
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: virusklacht (hulp, bestand)
Woordafbreking
- vi·rus·klacht
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | virusklacht | virusklachten |
verkleinwoord |
Zelfstandig naamwoord
- (medisch) gezondheidsprobleem als gevolg van een virus
- De man had na het oplopen van het coronavirus verschillende virusklachten.