viller
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- vil·ler
Woordherkomst en -opbouw
naamwoord van handeling van villen met het achtervoegsel -er
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | viller | villers |
verkleinwoord |
Zelfstandig naamwoord
de viller m
- (beroep) iemand die het vel van een gedood of geslacht dier haalt
- ▸ De livestream waarop een huiskonijn zou worden gevild, zorgt voor veel boze reacties op zijn facebookpagina. Achter de beelden zou een slager uit Wekerom zitten. Omdat de locatie van de viller zou zijn ontdekt, heeft hij zijn stream tot nader order uitgesteld.[1]
- ▸ Met geld van een erfenis financiert Andrews een expeditie en samen met de norse viller Schneider en de eenarmige, licht godsdienstwaanzinnige kok Charley Hoge gaan ze op weg.[2]
Synoniemen
Gangbaarheid
- Het woord 'viller' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "viller" herkend door:
67 % | van de Nederlanders; |
64 % | van de Vlamingen.[3] |
Verwijzingen
- ↑ Weblink bron Rinke den Os“Man stelt live villen van konijn op Facebook uit na doodsbedreigingen” (13-05-2017), Tubantia
- ↑ Weblink bron Dirk-Jan Arensman“Butcher's Crossing van John Williams (Stoner) is een betoverend epos (*****)” (28 november 2013), Het Parool
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be