vijfhonderddrieëntachtig

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

0 5 8 3
vijfhonderddrieëntachtig,
op een abacus
Uitspraak
Woordafbreking
  • vijf·hon·derd·drieën·tach·tig, vijf·hon·derd·drie·en·tach·tig
Woordherkomst en -opbouw

Hoofdtelwoord

vijfhonderddrieëntachtig

  1. "583", het getal tussen vijfhonderdtweeëntachtig en vijfhonderdvierentachtig, vijfhonderd plus drieëntachtig
    1. om een hoeveelheid aan te geven
      • De totale kosten bedragen vijfhonderddrieëntachtig euro en zevenendertig cent. 
    2. om een plaats in een volgorde aan te geven
      • We logeerden vlakbij het strand in kamer vijfhonderddrieëntachtig van het grootste hotel. 
Schrijfwijzen
Synoniemen
Afgeleide begrippen

rangtelwoord

hooftelwoorden samengesteld met "vijfhonderddrieëntachtig" ht als linkerdeel

Vertalingen
enkelvoud meervoud
naamwoord vijfhonderddrieëntachtig vijfhonderddrieëntachtigs
verkleinwoord vijfhonderddrieëntachtigje vijfhonderddrieëntachtigjes

Zelfstandig naamwoord

de vijfhonderddrieëntachtigv / m

  1. dat wat in een (rang)ordening met 583 is aangeduid
    • Als jij vijfhonderddrieëntachtig opruimt doe ik de twee kamers daarna wel, want die zijn kleiner. 

vijfhonderddrieëntachtig mv

  1. groep van 583 eenheden
    • Die vijfhonderddrieëntachtig kunnen onmogelijk een complete brigade met tanks tegenhouden. 

Gangbaarheid