vijfenveertigjarige

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • vijf·en·veer·tig·ja·ri·ge
Woordherkomst en -opbouw

Bijvoeglijk naamwoord

vijfenveertigjarige

  1. verbogen vorm van de stellende trap van vijfenveertigjarig
    • De vulkaan werd weer actief na een vijfenveertigjarige periode zonder uitbarstingen. 
Schrijfwijzen
enkelvoud meervoud
naamwoord vijfenveertigjarige vijfenveertigjarigen
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

de vijfenveertigjarigev / m

  1. levend wezen dat 45 jaar oud is of iets dat 45 jaar bestaat
    • De vijfenveertigjarige heeft zijn vijf jaar jongere echtgenote tijdens zijn studie in Deventer leren kennen. 
Schrijfwijzen

Gangbaarheid