vigeur
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- vi·geur
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | vigeur | |
verkleinwoord |
Zelfstandig naamwoord
- onder de kracht en werking van een wet of motto; kracht van gelding
- ▸ Gedurende mijn ervaring als sportschutter zijn mij enkele gevallen bekend van defensief wapengebruik door burgers; alvorens te schieten gingen daar doorgaans behoorlijk wat verbale waarschuwingen aan vooraf, totdat de situatie zodanig verergerde dat noodweervuur het gevolg was. Dat was overigen onder de vigeur van de Vuurwapenwet van 1919.[3]
- ▸ Aan het eind citeert u de 19e-eeuwse Duitse staatsman Otto von Bismarck: „Politiek is doen wat je zegt, anders zijn alle woorden van politici gezwets.” Misschien is het interessant om te weten dat Bismarck ten diepste politiek bedreef onder vigeur van zijn belijdenistekst uit Kolossensen 3:23.[4]
Gangbaarheid
- Het woord vigeur staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "vigeur" herkend door:
34 % | van de Nederlanders; |
52 % | van de Vlamingen.[5] |
Verwijzingen
- ↑ vigeur op website: Etymologiebank.nl
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑ Weblink bron “Wegwezen, die nachtwaker trekt z'n revolverholster open!” (01 feb. 2016), De Telegraaf
- ↑ Weblink bron “Verkiezingsstrijd” (08-06-2010), Reformatorisch Dagblad
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be
Categorieën:
- Woorden in het Nederlands
- Woorden in het Nederlands van lengte 6
- Woorden in het Nederlands met audioweergave
- Woorden met 2 lettergrepen in het Nederlands
- Woorden in het Nederlands met IPA-weergave
- Zelfstandig naamwoord in het Nederlands
- Woordenlijst Nederlandse Taal
- Prevalentie Nederland 34 %
- Prevalentie Vlaanderen 52 %