vigesimaal
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: vigesimaal (hulp, bestand)
- IPA: / ˌviɣeziˈmal / (4 lettergrepen)
Woordafbreking
- vi·ge·si·maal
Woordherkomst en -opbouw
- naar het voorbeeld van decimaal gevormd uit Latijn vigesimus "twintigste", vergelijk Engels en Frans [1]
stellend | |
---|---|
onverbogen | vigesimaal |
verbogen | vigesimale |
partitief | vigesimaals |
Bijvoeglijk naamwoord
vigesimaal
- (wiskunde) volgens een getalstelsel dat werkt met veelvouden van twintig
- De arithmetica van deze Maya's is in hoofdzaak ontcijferd door de studie van hun gebeeldhouwde reliëfs en van sommige codices en Spaanse kronieken. (…) Het systeem was vigesimaal, dus gebaseerd op 20 als eenheid. We vinden hier stippen voor getallen van 1 tot 4, horizontale streepjes voor de vijven tot 15, en voor grotere getallen een positiestelsel waarin machten van 20 worden voorgesteld door hetzelfde symbool als 20. [2]
Synoniemen
Verwante begrippen
Vertalingen
1. in een getalstelsel dat werkt met veelvouden van twintig
Gangbaarheid
- Het woord 'vigesimaal' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "vigesimaal" herkend door:
7 % | van de Nederlanders; |
5 % | van de Vlamingen.[3] |
Meer informatie
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
Verwijzingen
- ↑ vigesimaal op website: Etymologiebank.nl
- ↑ Struik, D.J.Geschiedenis van de wiskunde. 4e druk (2001) Uitgeverij Het Spectrum, Utrecht; ISBN 90 274 2210 9; p. 22; geraadpleegd 2019-09-01
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be
Categorieën:
- Woorden in het Nederlands
- Woorden in het Nederlands van lengte 10
- Woorden in het Nederlands met audioweergave
- Woorden met 4 lettergrepen in het Nederlands
- Woorden in het Nederlands met IPA-weergave
- Bijvoeglijk naamwoord in het Nederlands
- Wiskunde in het Nederlands
- Niet in Woordenlijst Nederlandse Taal
- Prevalentie Nederland 7 %
- Prevalentie Vlaanderen 5 %