vigerende
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- vi·ge·ren·de
Werkwoord
vervoeging van: | vigeren |
vigerende
- verbogen vorm van vigerend, het onvoltooid deelwoord van vigeren
Bijvoeglijk naamwoord
vigerende
- verbogen vorm van de stellende trap van vigerend
Verwante begrippen
Gangbaarheid
- Het woord vigerende staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.