viezig
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- vie·zig
Woordherkomst en -opbouw
stellend | vergrotend | overtreffend | |
---|---|---|---|
onverbogen | viezig | vieziger | viezigst |
verbogen | viezige | viezigere | viezigste |
partitief | viezigs | viezigers | - |
Bijvoeglijk naamwoord
viezig [1]
- een beetje vies
Afgeleide begrippen
Gangbaarheid
- Het woord viezig staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "viezig" herkend door:
96 % | van de Nederlanders; |
62 % | van de Vlamingen.[2] |
Verwijzingen
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be