vierpool
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- vier·pool
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van vier en pool
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | vierpool | vierpolen |
verkleinwoord | vierpooltje | vierpooltjes |
Zelfstandig naamwoord
- (elektrotechniek) een schakeling met vier aansluitpunten
Gangbaarheid
- Het woord 'vierpool' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.