viermansbob
Nederlands
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | viermansbob | viermansbobs |
verkleinwoord |
Uitspraak
- Geluid: viermansbob (hulp, bestand)
Woordafbreking
- vier·mans·bob
Woordherkomst en -opbouw
Zelfstandig naamwoord
- (sport) bobsleeën waarbij een team van 4 sporters in één bobslee door de bobsleebaan glijdt
- ▸ Viermansbob hoopt op olympisch ticket in januari: 'Geloven er nog in': De Bruin heeft nog een top 8-klassering in de wereldbeker nodig om zich te kwalificeren voor Peking. Daarnaast moet de ploeg in de top-20 blijven staan.[1]
- ▸ Spelletje Regenwormen geheim wapen viermansbob: 'Prima voor teamgeest'[2]
Gangbaarheid
- Het woord viermansbob staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
Meer informatie
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
Verwijzingen
- ↑ Weblink bron “Viermansbob hoopt op olympisch ticket in januari: 'Geloven er nog in'” (ZO 12 DECEMBER 2021), NOS
- ↑ Weblink bron Luuk Blijboom“Spelletje Regenwormen geheim wapen viermansbob: 'Prima voor teamgeest'” (MA 13 DECEMBER 2021), NOS