viermansbob

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

enkelvoud meervoud
naamwoord viermansbob viermansbobs
verkleinwoord
viermansbob
Uitspraak
Woordafbreking
  • vier·mans·bob
Woordherkomst en -opbouw

Zelfstandig naamwoord

de viermansbobv / m

  1. (sport) bobsleeën waarbij een team van 4 sporters in één bobslee door de bobsleebaan glijdt
     Viermansbob hoopt op olympisch ticket in januari: 'Geloven er nog in': De Bruin heeft nog een top 8-klassering in de wereldbeker nodig om zich te kwalificeren voor Peking. Daarnaast moet de ploeg in de top-20 blijven staan.[1]
     Spelletje Regenwormen geheim wapen viermansbob: 'Prima voor teamgeest'[2]

Gangbaarheid

Meer informatie

Verwijzingen

  1. Bronlink geraadpleegd op 4 januari 2022 Weblink bron “Viermansbob hoopt op olympisch ticket in januari: 'Geloven er nog in'” (ZO 12 DECEMBER 2021), NOS
  2. Bronlink geraadpleegd op 4 januari 2022 Weblink bron
    Luuk Blijboom
    “Spelletje Regenwormen geheim wapen viermansbob: 'Prima voor teamgeest'” (MA 13 DECEMBER 2021), NOS