vierhonderdzevenenveertig

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

0 4 4 7
vierhonderdzevenenveertig,
op een abacus
Uitspraak
Woordafbreking
  • vier·hon·derd·ze·ven·en·veer·tig
Woordherkomst en -opbouw

Hoofdtelwoord

vierhonderdzevenenveertig

  1. "447", het getal tussen vierhonderdzesenveertig en vierhonderdachtenveertig, vierhonderd plus zevenenveertig
    1. om een hoeveelheid aan te geven
      • De totale kosten bedragen vierhonderdzevenenveertig euro en zevenendertig cent. 
    2. om een plaats in een volgorde aan te geven
      • We logeerden vlakbij het strand in kamer vierhonderdzevenenveertig van het grootste hotel. 
Schrijfwijzen
Synoniemen
Afgeleide begrippen

rangtelwoord

hooftelwoorden samengesteld met "vierhonderdzevenenveertig" ht als linkerdeel

Vertalingen
enkelvoud meervoud
naamwoord vierhonderdzevenenveertig vierhonderdzevenenveertigs
verkleinwoord vierhonderdzevenenveertigje vierhonderdzevenenveertigjes

Zelfstandig naamwoord

de vierhonderdzevenenveertigv / m

  1. dat wat in een (rang)ordening met 447 is aangeduid
    • Als jij vierhonderdzevenenveertig opruimt doe ik de twee kamers daarna wel, want die zijn kleiner. 

vierhonderdzevenenveertig mv

  1. groep van 447 eenheden
    • Die vierhonderdzevenenveertig kunnen onmogelijk een complete brigade met tanks tegenhouden. 

Gangbaarheid