vierhonderdeenenveertig

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

0 4 4 1
vierhonderdeenenveertig,
op een abacus
Uitspraak
Woordafbreking
  • vier·hon·derd·een·en·veer·tig
Woordherkomst en -opbouw

Hoofdtelwoord

vierhonderdeenenveertig

  1. "441", het getal tussen vierhonderdveertig en vierhonderdtweeënveertig, vierhonderd plus eenenveertig
    1. om een hoeveelheid aan te geven
      • De totale kosten bedragen vierhonderdeenenveertig euro en zevenendertig cent. 
    2. om een plaats in een volgorde aan te geven
      • We logeerden vlakbij het strand in kamer vierhonderdeenenveertig van het grootste hotel. 
Schrijfwijzen
Synoniemen
Afgeleide begrippen

rangtelwoord

hooftelwoorden samengesteld met "vierhonderdeenenveertig" ht als linkerdeel

Vertalingen
enkelvoud meervoud
naamwoord vierhonderdeenenveertig vierhonderdeenenveertigs
verkleinwoord vierhonderdeenenveertigje vierhonderdeenenveertigjes

Zelfstandig naamwoord

de vierhonderdeenenveertigv / m

  1. dat wat in een (rang)ordening met 441 is aangeduid
    • Als jij vierhonderdeenenveertig opruimt doe ik de twee kamers daarna wel, want die zijn kleiner. 

vierhonderdeenenveertig mv

  1. groep van 441 eenheden
    • Die vierhonderdeenenveertig kunnen onmogelijk een complete brigade met tanks tegenhouden. 

Gangbaarheid