vierhonderdachtentachtig

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

0 4 8 8
vierhonderdachtentachtig,
op een abacus
Uitspraak
Woordafbreking
  • vier·hon·derd·acht·en·tach·tig
Woordherkomst en -opbouw

Hoofdtelwoord

vierhonderdachtentachtig

  1. "488", het getal tussen vierhonderdzevenentachtig en vierhonderdnegenentachtig, vierhonderd plus achtentachtig
    1. om een hoeveelheid aan te geven
      • De totale kosten bedragen vierhonderdachtentachtig euro en zevenendertig cent. 
    2. om een plaats in een volgorde aan te geven
      • We logeerden vlakbij het strand in kamer vierhonderdachtentachtig van het grootste hotel. 
Schrijfwijzen
Synoniemen
Afgeleide begrippen

rangtelwoord

hooftelwoorden samengesteld met "vierhonderdachtentachtig" ht als linkerdeel

Vertalingen
enkelvoud meervoud
naamwoord vierhonderdachtentachtig vierhonderdachtentachtigs
verkleinwoord vierhonderdachtentachtigje vierhonderdachtentachtigjes

Zelfstandig naamwoord

de vierhonderdachtentachtigv / m

  1. dat wat in een (rang)ordening met 488 is aangeduid
    • Als jij vierhonderdachtentachtig opruimt doe ik de twee kamers daarna wel, want die zijn kleiner. 

vierhonderdachtentachtig mv

  1. groep van 488 eenheden
    • Die vierhonderdachtentachtig kunnen onmogelijk een complete brigade met tanks tegenhouden. 

Gangbaarheid