vierden
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- vier·den
Werkwoord
vervoeging van |
---|
vieren |
vierden
- meervoud verleden tijd van vieren
- Wij vierden.
- Jullie vierden.
- Zij vierden.
- Wij vierden.
Meer informatie
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
vervoeging van |
---|
vieren |
vierden