vierde feest

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • vier·de feest
Woordherkomst en -opbouw

Werkwoord

vervoeging van
feestvieren

vierde feest

  1. enkelvoud verleden tijd van feestvieren
    • Ik vierde feest. 
    • Jij vierde feest. 
    • Hij, zij, het vierde feest. 


Gangbaarheid