vierde feest
Uiterlijk
- vier·de feest
vervoeging van |
---|
feestvieren |
vierde feest
- enkelvoud verleden tijd van feestvieren
- Ik vierde feest.
- Jij vierde feest.
- Hij, zij, het vierde feest.
- Ik vierde feest.
- Het woord vierde feest staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.