vier mee

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • vier mee
Woordherkomst en -opbouw

Werkwoord

vervoeging van
meevieren

vier (...) mee

  1. eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van meevieren
    • Ik vier mee. 
  2. gebiedende wijs van meevieren
    • Vier mee! 
  3. (bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van meevieren
    • Vier je mee? 

Gangbaarheid